UITGESTORVEN…

Het is zaterdag morgen waneer ik Paul een belletje geef met de vraag of hij nog steeds mee wil, een middagje snoekbaarzen aan de rivier. Het was nog een beetje de vraag of ik zelf wilde, want na een forse, maar noodzakelijke operatie aan het gebit wist ik natuurlijk niet hoe ik de volgende dag op zou staan. Goed, het kon ermee door en dus trokken we samen richting rivier in de hoop dat de vis “aan” zou staan. De berichtgeving is anders overigens, maar onder het mom van “thuis zittend vang je ook niks” gaan we toch nog maar een poging wagen. De tweede keer overigens, want ook met Roy was ik als geweest, want slechts een schamel snoekje opleverde. In dit geval wil ik samen met Paul het ondiepe gedeelte meenemen om te kijken of de vis toevallig al op de paai gronden aan het rond speuren is. Deze serie strekkers is vaak rond de seizoens opening best goed, dus wie weet gaat het nu al lukken. Het stroompje is mooi, het contact met de bodem is bijzonder goed, de wind is niet te hard…dit zou toch moeten gaan lukken.
Die heerlijke snoekbaars aanbeten laten helaas nog even op zich wachten. Niet te lang blijven hangen is het motto, we vissen dam na dam zorgvuldig af, zowel aan de linker als aan de rechterkant, maar het lijkt erop dat de rivier is uitgestorven. Bizar gewoon, eigenlijk ben ik dit niet gewend. Anderzijds weet ik heus wel dat deze tijd van het jaar, vissend vanaf de kant het geen vetpot is. We hebben inmiddels een kleine twee-en-half uur gevist met nagenoeg geen teken van leven. Het is tijd om de laatste stek te gaan opzoeken, dit keer ga ik naar de dieper liggende dammen in de hoop dat dan daar misschien nog een visje ligt te wachten. Ook hier lijkt het erop dat het niet gaat gebeuren, totdat ik de eerste aanbeet van de dag krijg en deze ook prompt verspeel. Gossamme, krijg je de kans, pak je m niet. Grrr. Direct hierna mag ik in de herkansing en deze keer heb ik m wel. Groot is hij niet maar oh wat is deze vis welkom. Hij gaat gauw even op de de foto voordat ie terug gaat. Daarna is het tijd om te gaan. Het was wederom erg taai, maar goddank kwam er toch nog een visje uit. Laten we hopen dat het tij gauw keert en we weer dik in de vis zitten. Op naar de volgende…