Spanje, Riumar 2010
De spanning is te snijden als we met hoge snelheid aankomen varen op een grote school bluefin tuna’s. Dit is hét moment, dit is waar we voor gekomen zijn. De verzamelde groep meeuwen blijft maar duiken op de naar boven gestuwde en opgejaagde school met prooivis. De motoren gaan uit, de laatste meters richting de tonijn leggen we driftend af. Als de inmiddels uitgeworpen popper dan ook nog eens bij de eerste worp van het wateroppervlak word gegrist, is het plaatje compleet. Tientallen meters lijn worden van de spoel word genomen, dit is werkelijk niet te geloven, totdat…..Pats!… Pats!Pats!Pats!, ”Schat, tijd om op te staan, anders mis je je vliegtuig! Hmm, wat een droom. Als dit nou eens een voorbode zou kunnen zijn!
Als wij (Mike Gerritsen, Kees Scholte, Robert van Rijssel & Carl Greve) elkaar ontmoeten op Rotterdam Airport gaat het avontuur pas echt beginnen. Ons doel? Vissen op blauwvin tonijn in Spanje. Na een korte vlucht van een uurtje of twee komen we aan op Barcelona, waarna we nog een tweetal uurtjes verder moeten met onze huurauto. Als we eenmaal in Riumar aankomen is de temperatuur inmiddels opgelopen tot een graadje of twintig, heerlijk! Ron van de firma Roned is inmiddels een oude bekende voor ons, en wij voor hem! Hengelsport meets hengelsport en dus lijken alle ingrediënten aanwezig om een superleuke visvakantie met elkaar te gaan beleven. Nadat we onze koffers in het appartement hebben gezet, besluiten we om eerst maar wat boodschappen te gaan doen. Er moet per slot van rekening ook gegeten en gedronken worden. Een klein uurtje later zijn we terug in ons appartement en kunnen we gelukkig ook nog proosten op een goede vakantie, onder het genot van een paar flessen San Miguel en wat versnaperingen. Als Ron terugkomt van zijn uitstapje kunnen we alvast gaan plannen voor de aankomende week. Helaas zijn we genoodzaakt om de eerste twee dagen op de Ebro te vissen, vanwege een aantrekkende harde wind. Als Ron zegt dat het de aankomende nacht aardig los zal gaan met het weer kunnen we het haast niet geloven, gezien de omstandigheden waar we op dat moment in zitten. Vanwege het feit dat ons eigen bier inmiddels al op raakt, besluiten we maar naar Ron’s “Kantoor” te gaan. Ron’s “Kantoor” heet eigenlijk “La Cantina”, en is dus geen kantoor maar een kroegje aan het strand! Daar drinken wij gezellig verder. Aan het eind van de dag hebben we half Riumar gezien en keren we behoorlijk aangeschoten weer terug in ons appartement. Allen uitgeteld van een lange, maar gezellige dag gaan we lekker slapen! Jammergenoeg word ik samen met Robert een paar uur later wakker van vallende flessen bier. Oh ja, da’s waar! We waren even vergeten dat het die nacht los zou gaan. Snel de niet omgevallen flessen binnenhalen. Morgen zien we wel weer verder. De volgende ochtend kan de veegploeg aan de slag. Er zijn een flesje of vijf stukgevallen, wat een behoorlijke ravage heeft aangericht op ons mooie dakterras.
Dag twee is dus inmiddels aangebroken. Geen vissen op tonijn dus deze dag, maar vissen op meerval. Er word een staffeltje gemaakt wie er als eerste aan de beurt is. Robert heeft nog nooit meerval gevangen en is dus nummer één. Kees heeft er een van een centimeter of veertig, en is dus als tweede aan de beurt. Mijn record staat op 1,96 meter waardoor ik als derde aan de beurt ben en Mike heeft al eens een vis boven de twee meter gevangen en is dus vierde en laatste. In de ochtend halen we even opnieuw wat boodschappen en we relaxen een beetje, en tegen een uurtje of half vier worden we opgehaald door Dirk, onze gids van vandaag! Niet veel later hebben we zes hengels uitstaan met aasvis.
Twee hengels driftend achter de boot, en vier hengels met breeklijnen, gepresenteerd vlak tegen de kant. We hebben weinig keuze wat betreft de stek. Door de wind zijn we genoodzaakt aan de ondiepe kant te vissen, maar ach, daar zwemmen ze ook! Mike, Robert en ik hebben ons alleen wat vergist in de temperatuur, en als de zon nét onder is gegaan staan we met ons drieën te rillen van de kou! Behalve Kees! Kees heeft zich op zo’n manier ingepakt, dat de Eskimo’s zich afvragen hoé hij dat gedaan heeft. Rond 20:00 uur geven we op. We hadden niet op de kou gerekend en mede daarom besluiten we vroegtijdig te stoppen. Jammer, geen meerval in de boot. Morgen gaan we in de herkansing!
Dinsdag, dag drie. Mike, Robert en ikzelf besluiten om vroeg ons bed uit te gaan. We gaan vissen op de boulevard aan de Ebro. Eens zien of we misschien wat zeebaars, bluefish of palometa kunnen verschalken. Altijd lastig als je zonder vertrouwen ergens aan gaat beginnen. Harders zwemmen er genoeg, maar we zien helaas niets jagen. Twee uurtjes later stoppen we weer en als we terugwandelen naar de auto, zien we een lokale visser nagenoeg hetzelfde doen als ons. Een goed teken dus! Als er een volgende keer komt, dan weten we in elk geval hoe we moeten vissen! Vandaag gaan we nogmaals meervallen. De wind is nog steeds te hard om de zee op te gaan. Wel hebben we één voordeel, we kunnen deze keer aan de diepe oever vissen, omdat de wind wel behoorlijk in kracht is afgenomen. Het gekke is, dat als we aankomen op de diepe oever, ons vertrouwen drie keer zo groot is als aan de ondiepe oever. Een superlocatie met mooie rietkanten, oude boomtakken, inhammen en ga zo maar door! Dit moet gewoon vis opleveren. Rond de schemering lekker zit te kleppen met Dirk, zie ik uit mijn ooghoeken de eerste dobber ondergetrokken worden. Dirk pakt de hengel, en voordat hij ook maar iets kan doen zien we de dobber weer boven komen om vervolgens nooit meer onder te gaan. De vis heeft gelost! Als daarna in het donker de tweede hengel het begint uit te gieren mogen we het nogmaals proberen. Maar met een goede haal in het luchtledige kunnen we ook de tweede beet helaas niet verzilveren. Een klein half uurtje later kan Robert dan toch beginnen aan zijn eerste meerval dril, als ook hengel nummer drie afgegaan is. Eindelijk! Na een kort, maar fair gevecht kan Dirk, onze gids, beginnen met het binnen de boot halen van de meerval. Het laat nog even op zich wachten, want deze meerval stinkt nogal uit zijn straatje. Al snel blijkt dat deze vis eerst nog even wat kwijt wil want een rottend kadaver van een harder word langzaam, én in delen opgeboerd! Zelfs Dirk is “not amused” van de geur van deze vis, gezien zijn neigingen om zelf ook wat op te boeren. LEKKAH! Goed, niet veel later licht Robert’s eerste meerval dan toch binnen de boot. Met 1,71 meter en een kilootje of veertig toch best wel een dikke meerval. De felicitaties zijn voor Robert, die helemaal heppie de peppie is. Helaas, en eigenlijk altijd te snel gaan we niet veel later huiswaarts! De volgende dag kunnen we waarschijnlijk de zee op en dus gaan wij ons prepareren op het geen we eigenlijk voor gekomen zijn, tonijn!
Woensdag, dag vier. Wij zijn er klaar voor. Eindelijk gaan we de zee op vandaag, nu gaan we doen waar wij voor kwamen, poppervissen op tonijn. Als we rond een uurtje of half tien vertrekken vanuit de jachthaven, en wij dichterbij de monding komen vrezen we het ergste. Grote golven met behoorlijke schuimkoppen beloven niet veel goeds. Zelfs de beroepsvissers gaan met enige voorzichtigheid door de monding heen, met soms spectaculaire plaatjes als gevolg als de punt van de boot soms wel in een hoek van zestig graden staat. Bij de eerste poging van Ron om door de golven te komen scheppen we tot twee keer toe een flinke hoeveelheid water, waardoor iedereen ,behalve ik, tot net boven de enkels in het water staan. Ik zelf weet gelukkig nét daarvoor op de rand van de boot te springen waardoor ik het geheel redelijk droog overleef. Terug de monding in dan maar, waar wij tot een uurtje of één blijven hangen. In de tussentijd proberen we met poppers bluefish, palometa of zeebaars te vangen, maar helaas blijven de poppers onaangeraakt. Als we dan rond enen nogmaals een poging wagen, en wij volgas richting de monding gaan, en er doorheen gaan, moet ik toch nog even terugdenken aan die beroepsvissers met hun boten. Wat een klappen maken we…..maar we zijn er wel door, een slaak van verlichting achterlatend. Phoe, dit was gevaarlijk genoeg, echt kantje boord. Hierna varen wij toch wel enigszins relaxed verder op een tamelijk onstuimige zee. Mike is volgens afspraak als eerste aan de beurt, maar als we een klein uurtje onderweg zijn en Mike een beetje groen begint weg te trekken weet ik genoeg. Mike’s beurt wordt vanwege zeeziekte tot nader order uitgesteld!
Positief aan dit verhaal is dat de vissen onbedoeld gevoerd worden. 😉 We vissen nog een tijdje rond de 55 meterlijn (diepte), totdat we weer op de terugweg moeten. Dan zien we in de verte meeuwen duiken en daarnaast zien we enorme klappen in de zee. In eerste instantie denken we dat het om tonijn gaat, maar als we iets dichterbij komen zien we een enorme school dolfijnen jagen op de aanwezige goudbrasems of dorades, die zich in ballen van één meter breed en twee meter diep hebben laten opjagen door deze rovers. Voordat we het weten liggen wij er middenin, wat nog een enerverende twintig á dertig minuten oplevert. Ongelooflijk vet!!! Daarna keren wij, een toffe ervaring rijker maar helaas tonijnloos huiswaarts.
Donderdag, dag vijf. Vandaag is een superdag. De zon schijnt, de omstandigheden zijn werkelijk geweldig. De ruwe zee heeft plaatsgemaakt voor een spiegelglad biljartlaken waarop wij alles binnen een behoorlijke afstand goed kunnen waarnemen. Eerst maar op pad naar de 55 meterlijn en als we eenmaal daar zijn gaan de trolhengels overboord, in de hoop tussentijds wat te vangen aan de meegenomen pluggen, pilkers en lures. Onderwijl blijven de popperhengels opgetuigd en in de buurt voor als we onverhoopt actie krijgen. Op deze manier hoeven we aleen maar van hengel te wisselen om onze poppers door een school tonijn te rossen. Als we op de 55 meter geen actie krijgen besluit Ron om naar de tachtig meterlijn te varen, in de hoop dat daar wat te gebeuren staat. Af en toe worden we verrast door het moment! Een paar honderd meter verderop springt een broadbill, het is waarschijnlijk een zwaardvis twee, drie keer volledig uit het water. Schitterend om te zien, al is het te ver weg om er echt wat van te maken. Een paar honderd meter verder komen we een maanvis (klompvis) tegen. Ook weer zoiets raars om te zien, een homp vlees met twee vinnen eraan, het komt ook voor geen meter vooruit. Rare wezens die klompvissen. Goed, Kees is ook een raar wezen en promt moet ik denken aan de figuurlijke gelijkenis met een klompvis. (haha). Tegen een uurtje of drie moeten we weer aanstalten gaan maken om vanaf die tachtig meterlijn weer terug te gaan richting de monding. Dat is nog wel een stukje varen. Ron grapt en zegt:” Das meer ist leer!”, oftewel de zee is leeg, en daar lijkt het ook op, want een volledige dag op het water levert nog geen makreeltje op. Jammer dat wel, maar we hebben er weer een heerlijke dag opzitten met een hoop plezier en toch ook weer onvergeetelijk mooie momenten.
Vrijdag, dag 6. Naar alle waarschijnlijkheid onze laatste dag op zee. Het weer, alhoewel het redelijk te noemen is, gooit toch roet in het eten! Na vandaag gaat de wind weer aanwakkeren en hiermee word de kans om op zee te vissen en tonijn te vangen tot een minimum beperkt! Omdat de afgelopen twee dagen op zee geen succes waren, besluiten we vandaag om te gaan chummen. Een voerspoor aanbrengen, in de hoop op deze manier toch nog een tonijntje, welke soort dan ook, te vangen. Je vind hier onder andere bonito, little tuny, false bonito, albackore en bluefin tuna. Uiteraard varen we weer naar de beste visgronden, gezien de resultaten die geboekt zijn in het verleden. En logischerwijs gaan wij er weer vol goed moed tegenaan. Er gaan twee hengels uit met complete sardines, diep aangeboden, met een ballonnetje als dobber. Daarnaast vissen we allemaal met stukjes sardine freelinend tussen de rest van het chum, wat heel langzaam naar beneden dwarrelt! Dat spoor zou normaalgesproken gewoon vis opleveren, maar als ‘s middags rond een uurtje of drie nog steeds geen enkele vis zich heeft laten zien, gooi ik de handdoek in de ring. Ik ben er klaar mee. Ook Ron besluit om zijn hengel weer in de steun op te bergen, want het vangen van vis lijkt niet voor ons weggelegd. Nog geen halve minuut later ontstaat er lichte paniek in de boot als Ron in de verte wat meeuwen ziet duiken. “Ja jongens, tonijn!” Snel alles binnendraaien, en als een speer de hengels met poppers tevoorschijn halen. Alles gaat in een sneltreinvaart, de motoren worden gestart en binnen luttele seconden gieren de twee 75pk motoren op vol vermogen richting de azende groep tonijn. Dit is het echte werk, nu krijgen we een heuse kans op het vangen van blauwvin tonijn! Als we dicht in de buurt komen, word de boot vakkundig richting de school azende tonijn gemanouvreerd en gaan de motoren van honderd naar nul binnen luttele seconden. De motoren zijn uit en het enige wat overblijft is het geluid van de klappen die de azende tonijn maakt als ze aan het jagen zijn. Geweldadig gewoon! De afstand bedraagt een meter of veertig á vijftig tussen de boot en de school en het spectakel gaat maar door. Het naar boven komen van een groepje tonijnen tussen de tien en vijftien kilo, die rakelings langs elkaar schieten voor het grijpen van aasvis staat op mijn netvlies gebrand. Mike heeft wat moeite met het vinden van zijn balans, en werpt niet vanaf het werpplateau maar net ernaast. Ron en ik nemen wel plaats op het plateau en Kees en Robert staan achterop.
Mijn eerste worp valt perfect tussen de azende tonijn, de popper doet goed zijn werk, maar voordat ik het weet licht ie weer voor de boot. Ook Ron’s Rapala levert nog niets op. Ik maak nog een tweede worp. Dit keer nog verder dan de eerste keer, zelfs over de school heen, maar weer levert het niets op….aarghhh! Als ik de derde worp wil maken, zie ik dat de school zich buiten werpafstand heeft verplaatst. Ik probeer het nog wel een keer, maar eigenlijk tegen beter weten in. We weten dat we een risico lopen als we de motoren weer starten omdat tonijn er over het algemeen niet van houd plotsklaps vreemde geluiden te horen.
Toch word besloten de motoren te starten om weer dichterbij te komen, met als gevolg dat de vreetorchie prompt eindigt en de zee weer word zoals hij de afgelopen dagen was, levenloos! Het enige wat nog herinnert aan die twee minuten (want dat was het ongeveer) is een massale hoeveelheid schubben in een flinke omtrek rondom de boot, die zich tergend langzaam richting de bodem van de middellandse zee verplaatst. En dan is het voorbij! @#$% Nog enigszins gespannen en stijf van de adrenaline laten we het er niet bij zitten. Gezamenlijk turen we de horizon af op zoek naar die bekende klappen in het water. Nog één keer zien we in de verte een paar van die klappen, waarmee diezelfde paniek nogmaals toeslaat, maar dit keer lijkt het erop dat de een stuk voorzichtiger is. We kunnen ze niet meer volgen, hoe graag wij ook willen. Pas als de zon dreigt onder te gaan besluiten we huiswaarts te keren op een golf van emoties. We hebben ze gezien, we waren er zo dichtbij, het was zo ongelooflijk gaaf, onvergeetelijk….maar we hebben ze niet gevangen. Balen! En dat was nog eens de laatste dag tonijnen ook! Moeten wij onze poppers dan nu al aan de wilgen hangen?
Zaterdag, dag zeven. Elke ochtend als we wakker worden maken we eerst een wandelingetje langs de zee om de boel een beetje los te lopen en natuurlijk ook stiekem te kijken hoe de monding erbij ligt. Verbazingwekkend genoeg ziet het er helemaal niet slecht uit? Ons vermoeden word bevestigd door Ron als hij ons staat op te wachten en ons meld dat we nog een dag de zee opkunnen om een écht allerlaatste poging te wagen. Yess, we maken nog een kansje. Het belooft een dag met twee gezichten te worden. ‘s Ochtends hebben we last van een flinke deining, waardoor het spotten van tonijn zeer lastig is maar niet onmogelijk. Vrijwel direct zien we activiteit en zien we overal tonijntjes. Helaas is het geen school, waardoor het aanwerpen van deze solitaire vissen een schieronmogelijke opdracht is. De ochtend verstrijkt op deze manier en soms lijkt het erop dat wij op spoken aan het jagen zijn. We beginnen aan ons eigen te twijfelen. Enigszins gespannen van de dag ervoor zien we misschien wel meer dan dat er daadwerkelijk aanwezig is. Als we na een paar uurtjes even relaxen bij het baken, en Mike een pilkertje laat zakken en zowaar een vis haakt zijn wij lichtelijk euforisch. Zijn Hardy stok staat echt hoepeltje krom en na een minuutje geeft een kleine amberjack zich gewonnen. Huh, zo’n klein vissie, en zoveel kracht??? Niet normaal man! Ook Robert vangt een kleine amberjack en vervolgens gooit ie er ook nog maar een (lekkere) dorade bovenop. Als we daardoor echt enthousiast beginnen te worden en de boot voor anker gooien vangen we vervolgens echter niets meer.
Wel worden we nog beloond op een heerlijk regenbuitje, waarbij blijkt dat Robert net zo goed geen regenjas mee had kunnen nemen want die is namelijk net zo nat aan de binnenkant als aan de buitenkant. Mijn niét waterdichte bodywarmer hield meer water tegen..haha! Nouja, we besluiten het anker weer te lichten en het laatste anderhalf uur nog maar te besteden aan het spotten van tonijn, in de hoop nog één keer hetzelfde mee te maken wat we de dag ervoor hadden meegemaakt. De zee is inmiddels na die regenbui zo vlak als een spiegel geworden en we gaan opweg naar de stek waar we gisteren de tonijn vonden, zo’n veertien kilometer uit de kust. Als we daar aankomen worden we omringd door scholen aasvis die ineens overal tevoorschijn lijken te komen. De motoren zijn uit, we genieten van de stilte en de rust, en we hopen dat er vanuit het niets toch nog dingen gaan gebeuren. Helaas moeten we na een uurtje concluderen dat onze tonijntrip, die nog twee dagen voortduurt, zal eindigen zonder tonijn. Als we alles klaarmaken om terug te keren naar de jachthaven is er nog maar van een ding sprake….berusting! Die avond worden alle hoogtepunten en dieptepunten welke wij de afgelopen dagen hebben meegemaakt nog een keer doorgenomen.
Zondag, dag 8. Vandaag hebben we geen haast om uit ons bed te komen, aangezien we niet vroeg op hoeven te staan om te gaan vissen. Meervallen is het motto deze dag, en dat begint pas rond een uurtje of drie in de middag. Standaard word dus een boodschapje gedaan en vervolgens kunnen wij ons nog even lekker vermaken met het vangen van wat aasvissen. De grotere kanalen tussen de rijstvelden leveren wel wat vis op zoals wat voorn, giebel en karper, en hiermee komen wij onze dode uurtjes met gemak door. We zijn per slot van rekening hengelaars. Vandaag gaan we vissen met Martijn, maar naar mate de dag vordert gaat het weertype er niet op vooruit! Als Martijn ons komt ophalen is er een heus weeralarm aangekondigd en waarschuwd met onderandere voor tornado’s die al in de regio aan de grond zijn gekomen. Dat belooft dus niet veel goeds en dus besluiten we om slechts drie hengels met een breeklijn in de kant te bevestigen en ook drie hengels op de drift, zodat we, als het echt losgaat met het weer, snel weer richting de jachthaven kunnen gaan. Achteraf, zo blijkt later valt het allemaal wel mee en kunnen we de gehele avond best redelijk lekker vissen. De meerval derhalve is zo onder de indruk van het weer, dat we een avond naar de toppen van de hengels staren zonder dat er ook maar iets gebeurd! We treffen het niet, maar we zitten ook wel aan het einde van het seizoen en als ik zo naar de omstandigheden kijk snap ik nu ook dat november echt het einde van het seizoen is. Onder het genot van een spaans pilsje zingen we de rest van de avond uit. Ook deze avond krijgen we nul op rekest!
Maandag, dag 9. Onze laatste dag in het zonnige, maar ook winderige spanje. De laatste dag neemt Ron ons weer op sleeptouw. Eerst gaan we even voorn vangen voor de aankomende avond! Ron is ook van de partij. Hij geeft ons even visles, want tussen een schooltje harders toch nog een voorn vandaan trekken terwijl Robert en ik daar al een halfuurtje staan vind ik toch knap. Overigens vang ik dan toch nog een vis die ik nog nooit eerder gevangen had, namelijk een zonnebaarsje. Maar dat even ter zijde. Volgens Ron gaan die voorns ons de aankomende avond meerval opleveren en door zijn overtuiging raken wij ook behoorlijk positief gestemd over hetgeen gaat komen. Drie uur s’middags is het dan zover. We verzamelen met zijn allen bij de catamaran om ons laatste avondje tegemoet te gaan. Als we op het door Ron uitgekozen stek zijn aangekomen, gaan voor de verandering alle hengels met breeklijnen tegen de kant. Vandaag is net als gisteren Kees als eerste aan de beurt. Tot in de schemering gebeurt er helemaal niets, behalve dat de wind maar in kracht begint toe te nemen. Rond een uurtje of acht horen we dan toch ineens één van de ratels van de reels afgaan. Kees mag aan het werk. Op voorhand kunnen we wel zeggen dat Kees, zonder dat wij deze meerval gezien hebben, een nieuw pr gaat vangen. Na een lekkere dril van een minuutje of vijf komt er dan toch een redelijke vis uit de diepte. Ron schat de lengte van het beest in op 1.57 meter. We beginnen keihard te lachen wanneer de vis in de boot word opgemeten en inderdaad exaxt 1.57 meter op het meetlint brengt. Jaaa, die Ron die heeft er wel kijk op..haha! Na het maken van de foto’s en het terugzetten van de vis weet Kees dat hij klaar is en weet ik dat ik nog een kansje maak. Het is namelijk mijn beurt!
En het ongelooflijke gebeurt, een krap uurtje later gaat één van de baitrunners lopen en is het mijn eigen persoontje die aan een dril van een meerval mag beginnen. Al snel blijkt dat het geen grote vis is, maar het mag de pret nu zeker niet drukken. Weer doet Ron een voorspelling, 1.34 meter! De vis word in de boot getrokken, bekeken en gemeten….”wat de hell?” Ook deze keer zit Ron exact op de lengte als de vis dus inderdaad 1.34 meter meet! Jullie snappen het al, boot plat van het lachen. Als de boel weer is opgeruimd is Mike aan de beurt! Omdat wij met z’n allen ook Mike zijn vis gunnen besluiten we nog een uurtje extra door te gaan, ondanks het feit dat wij de volgende morgen vroeg moeten vertrekken richting Barcelona. Zowaar krijgen we nog een aanbeet op een voorn, die helaas niet doorloopt en vervolgens word de grote karper ook nog eens gegrepen. De spanning is te snijden als ook de karper weer word losgelaten en het laatste kwartier van deze trip ingaat. Hoe graag we ook hopen dat ook Mike nog een vis vangt, het mag gewoon niet lukken. Als Mike zelf de “Last Call” geeft weten we dat het voorbij is. Tijd om de hengels in te halen. Het is klaar!
Een zeer moeizame trip is voorbij, waarbij wij gewoonweg niets anders hadden kunnen doen om meer vis te vangen. Onze zelf meegenomen materialen waren uitstekend en correct voor deze visserij. Daarnaast heeft Ron er daadwerkelijk alles aan gedaan om ons in staat te stellen een tonijn te vangen. De extra uurtjes op de zee en de tot op de laatste druppel leeggevaren benzinetanks hadden echt niet gehoeven en kwamen puur en oprecht uit het vissershart van Ron, waarvoor overigens zeer veel dank! Spanje 2010, mission NOT accomplished! He, balen…nou moeten we nog een keer terug… 😉